Ik ben leergierig maar ik pas niet in een regulier onderwijssysteem. Toen in in mei 1977 besloot om te stoppen met school (ik was nog 16 jaar oud) heb ik een wijze stap genomen. Achteraf beschouwd kwam mijn eigengereidheid toen tot een hoogtepunt.
Na de lagere school heb ik 4 jaar op de MAVO doorgebracht en ik ben geslaagd met een pretpakket. Nederlands, Engels Duits, Aardrijkskunde, Biologie en Geschiedenis. Daarna heb ik bijna een jaar voltooid op het Sint Lucas college in Boxtel. Dat was een MBO opleiding voor reclametekenen en etaleren.
In de maanden voordat ik stopte ontstond bij mij het besef dat ik genoeg had geleerd om het voortaan zelf te doen. Ik had leren lezen en schrijven, rekenen en er was wat interesse gewekt op algemene kennisvergaring.
Wat ik ging worden wist ik toen niet. Een baan als cowboy of astronaut lag niet binnen bereik. Mijn vader had een garagebedrijf ( hij handelde in tweedehands auto’s) en omdat ik daar al vanaf mijn 12e in meewerkte ontstond het beeld dat ik dat ging doen. Om het vak te leren ging ik aan de slag bij een garagebedrijf in Son. Daar heb ik een jaar gewerkt en mijn taken bestonden uit auto’s schuren, plamuren en een beetje spuitwerk.
Na een jaar ben ik daar vertrokken en ben bijmijn vader gaan werken in afwachting van de dienstplicht.
In oktober 1978 ben ik begonnen bij de Koninklijke Luchtmacht als dienstplichtig soldaat. Na de elementaire opleiding kwam ik terecht in Duitsland (Schöppingen) als hulp lancering Nike. Die wereld vond ik prima. Het was een heerlijke tijd. Lekker anoniem tussen 60.000 anderen en jezelf op het juiste moment gedeisd houden gaf alle ruimte om te spelen en mijn pubertijd uit te zitten.
Ik begin deze pagina op vaderdag 2025. Dat is 3 dagen voor mijn 65e verjaardag.
Er waren tijden dat dit als een mijlpaal werd beschouwd dat je werkende leven er op zat. Dat je kon genieten van een welverdiend pensioen en een leven achter de geraniums. Misschien was dit ooit een passende regeling voor mensen die vanaf hun 16 – 20 levensjaren, in een andere welvaart, aan zware lichamelijke arbeid werden onderworpen. Denk aan mijnwerkers, bouwvakkers, boeren, vrachtwagenchauffeurs. Maar als ik kijk naar mijn beroep dan kom ik tot de conclusie dat ik nog steeds beter wordt. Ik ben een stuk rustiger, hou meer rekening met de dynamiek van mijn omgeving en ik heb een schat aan ervaring in mijn rugzak.
Daar komt bij dat ik me steeds beter weet te plaatsen in een professionele wereld met heel veel specialismen. Ik weet donders-goed waar ik niet goed in ben en dat spreek ik nu ook uit. Ik weet ook heel goed waar ik goed in ben en daar past geen valse bescheidenheid bij.
Dus ik ga nog even door. Ik vind de intellectuele prikkels essentieel.
Nadat ik uit het onderwijssysteem ben gestapt heb ik héél veel geleerd. Ook wat ik niet wil of wat niet werkt!
Na de dienstplicht ben ik beroepsmilitair geworden. Omdat ik een MAVO diploma had kon ik solliciteren naar een functie als onderofficier. Eind 1979 ging in naar de Koninklijke Kaderschool Luchtmacht (KKSL) in Schaesbergen. De elementaire kaderopleiding kenmerkte zich vooral door heel veel lopen. In een latere fase van mijn leven leer ik de grondslagen van training: doelgerichtheid en supercompensatie. Daar had die opleiding helemaal niets mee te maken. Mijn functie als onderofficier zou bestaan uit grondverdediging en lancering geleide wapens. Beide banen vergen andere vaardigheden dan heel veel lopen onder het mom van een kaartleesoefening. Ik leerde daar wel dat je geen omkijken had naar je leerlingen en dat je heerlijk onderuit kon zitten in je Volkswagenbusje als je ze op weg had gestuurd.
De vakopleiding voor specialist lancering Nike en de opleiding Grondoperatien was beter. Meer doelgericht.
Na 27 maanden opleiding kom ik als Sergeant terecht op de Vliegbasis Volkel waar ik wordt ingezet om een publiek geheim te bewaken. Net 21 jaar oud en dan met een groep van “iets jongeren” op wacht en in vol-continue-dienst. Die dienstplichtigen hadden het geluk om een jaar sitewacht te draaienen dat betekent toren op en toren af. Soms iets rustigs op Vliegnbasis de Peel waar je met 6 mensen en een hondengeleider een gebied van 450 hectaren diende te bewaken.
Na iets meer dan 5 jaar wil verder en tijdens een borrel vraagt mijn oude Squadroncommandant hoe het is en of ik niet als instructeur naar de opleiding Grondoperatien wil. Ik heb 1 keer ademgehaald en toen ja gezegd.
Volgende stap Luchtmacht Officiersschool
Dat was, met afstand, de beste tijd die ik heb meegemaakt. Met een tiental collegas verzorgden we de opleiding voor onderofficieren en officieren en dat betekende de vakken schiet- en wapenopleiding, kaartlezen, actieve grondverdediging, camouflage, vernielingen, beveiliging in vredestijd. Iedere week waren we 2 of 3 dagen van huis om “buiten te spelen”.
Tijdens de opleidng voor instructeur heb ik twee heel belangrijke dingen geleerd. Mensen hebben een convergent (van kleien delen naar het totaal) of een divergent ( van het totaal naar de kleinere onderdelen) denkkader. Het helpt niet om harder te roepen als je niet duidelijk bent maar draai het eens om ga van convergent naar divergent en je zult vaak dingen horen als: “zeg dat dan meteen”. Maakt niet uit. Dus leg het op de ene manier uit en vat het samen op de andere manier en dan wordt het “appeltje eitje”
De tweede belangrijke les was de taxonomie van Maslov die je leert dat mensen op 5 niveaus kennis verwerken.
Het laagste niveau is Imitatie; een Papagaai weet ook niet wat ie zegt. Het volgende niveau is Begrip. Daarna volgt achtereenvolgens Toepassing (aan de slag met je kennis en ervaring. Synthese wat zoveel betekent als kennis en vaardigheden combineren en omvormen tot iets anders/ nieuws. Het hoogste niveau is Evaluatie en kritisch zijn op jezelf. Je afvragen of het beter kan en weten dat het nooit klaar is.
Sinds die tijd verdom ik het om multiple choice examens te doen omdat ik vind dat training doelgericht moet zijn en dat je geen Papagaaien hoeft te trainen. Als ik training geeft dan ga ik tenminste voor toepassing.
De belangrijkste les heb ik zelf ontdekt. Ga niet op de automatische piloot en zorg altijd dat je voorbereid bent. Het is op basis van evaluatie of zelfreflectie dat ik weet dat je met bluf een eind kunt komen maar dat het balanceren op dun ijs is.
Als bassist sta je niet opgesteld om formeel leiding te geven. Daarvoor heb je dirigenten of muzikaal leiders. In de praktijk komt het er op neem dat je als bassist samen met de drums de groove bepaalt.
Ook in mijn werk zal ik niet de rol kiezen van projectleider of manager (het equivalent van dirigent) maar de invulling die ik inhoudelijk geef is bepalend.
